dinsdag 9 oktober 2007

De Hoop Scheffer wil multi-media-offensief van NATO-ISAF

De NAVO gaat meer videobeelden verspreiden van operaties in Afghanistan en van misdaden gepleegd door de Taliban. Daarnaast vraagt het bondgenootschap meer solidariteit en militairen voor de ISAF-missie.

NAVO-secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer betoogde dat maandag tijdens een bijeenkomst over publieksvoorlichting in Kopenhagen. De NATO leidt de ISAF-missie in Afghanistan.

Multi-media
De Nederlandse NAVO-baas hoopt met dergelijke beelden de bevolking van de 37 landen die meedoen aan de internationale troepenmacht ISAF beter te kunnen uitleggen wat de ISAF-militairen in Afghanistan doen en waarom.

Volgens De Hoop Scheffer bevindt de NAVO zich wat betreft publieksvoorlichting met video nog “in het stenen tijdperk”.

De NAVO heeft zelf geen mogelijkheden voor het opnemen en uitzenden van militaire acties. De Navo beschikt zelf niet over beelden, want die behoren toe aan de landen die ze hebben opgenomen.

“Ik heb een video gezien van een man met een AK-47 in een menigte van vrouwen en kinderen. Vlak voordat hij het vuur opent op NAVO-troepen trekt hij een boerka over zijn hoofd. Die video is geheim omdat hij gefilmd is vanaf militair materieel. We moeten die video vrijgeven, zodat de mensen weten wat er gebeurt,” zo citeert de krant de NRC de NAVO-leider.

Ook is het bondgenootschap te traag in het weerleggen van beweringen van de Taliban dat bij een NAVO-actie veel burgerslachtoffers zijn gevallen, aldus De Hoop Scheffer.

De NAVO loopt achter op haar eigen militairen. “Elke militair heeft een telefoon met camera en een webpagina,” zei de NAVO-chef. “Regeringen en media beheersen niet langer de informatiestroom.” De NAVO is bovendien te traag.

“Als er een incident is in Afghanistan, dan zeggen de Taliban meteen dat er veel burgerslachtoffers zijn. Binnen een paar minuten gaat dat de wereld over. Tegen de tijd dat wij een onderzoeksteam hebben gestuurd, de resultaten hebben gecontroleerd en door het parafensysteem hebben gestuurd, komt onze reactie dagen later, als we geluk hebben. Dan hebben we de slag om de media totaal verloren.”

Voordat militaire onderzoekers een verslag hebben gemaakt over een incident zijn er al snel een paar dagen verstreken. “Tegen die tijd hebben we de strijd in de media totaal verloren,” aldus De Hoop Scheffer.

Hij wil daarom snelle teams inzetten die mogelijk met journalisten onmiddellijk naar de plek van het incident vliegen of rijden.

De vraag is dan echter wel: wat mogen de journalisten uitzenden, en waar worden ze wel, en niet mee naartoe genomen?

Van de aanvallen die de NATO-ISAF uitvoert met bijvoorbeeld helikopters worden vanuit de toestellen videobeelden gemaakt. Deze beelden zijn wel te vinden op You Tube, maar komen verder niet in de media.

Ook wil De Hoop Scheffer sneller beelden vrijgeven die nu nog vaak als “geclassificeerd” binnenshuis worden gehouden.

Als voorbeeld noemde hij een video waarop te zien is hoe een man door een menigte van vrouwen en kinderen loopt met een automatisch geweer en, vlak voor hij daarmee op NAVO-militairen begint te vuren, zich als vrouw verkleedt door een boerka over zijn hoofd te trekken.

Maar verschillende nieuwsagentschappen noemen de informatie die door de coalitie, het Afghaanse leger of de ISAF wordt vrijgegeven geen onafhankelijke bron. Vaak spreken bronnen die de nieuwsmedia gebruiken elkaar tegen.

Solidariteit
De NAVO-landen die in Afghanistan vechten kijken te weinig naar wat de andere deelnemers aan de missie doen.

De NRC citeert: “Nederland richt zich alleen op Uruzgan. Journalisten praten met Nederlandse politici, ze vliegen rechtstreeks naar Uruzgan, ze verblijven bij Nederlandse militairen en ze doen alleen verslag in Nederlandse media.”

“Hetzelfde gebeurt met bijvoorbeeld Canadezen en Britten. Daardoor denkt de bevolking in Canada dat de Canadese soldaten het alleen moeten opknappen. Dat denken Britten en Nederlanders ook. Dat ondergraaft de solidariteit,” zei de Hoop Scheffer.

Maar ItaliĆ« heeft verschillende keren de NAVO opgeroepen om te zorgen dat er minder burgerslachtoffers vallen, “omdat ItaliĆ« ook aan de missie meedoet.”

Meer soldaten
Jaap de Hoop Scheffer riep de bondgenoten opnieuw op om meer militairen te leveren voor de ISAF-missie.

Momenteel zijn er ongeveer 40.000 militairen van de NAVO en bondgenoten van de NAVO gestationeerd in het Zuid-Aziatische land, maar die worden geconfronteerd met een opstand van de Taliban die volgens verslaggevers steeds intensiever wordt.

Daarbij komt dat veel van de deelnemende landen hun militairen niet in het zuiden van Afghanistan in willen zetten, waar de opstand veel heviger is dan in de regio’s Noord en West.

Het materiaal dat de pers die “embedded is bij het leger wil publiceren wordt door defensie gecontroleerd voor publicatie.

De Hoop Scheffer blijft erbij dat de NAVO een “ijzersterke zaak” heeft in Afghanistan. “Het bondgenootschap heeft een mandaat van de VN gekregen, de NAVO verdedigt de mensenrechten tegen de ergste schenders van die rechten ter wereld en als de NAVO vertrekt, komt Al-Qaida terug.”

Eerder deed hij ook uitlatingen in de trant van: “Als wij niet naar Afghanistan gaan, dan komt Afghanistan naar ons,” en “De NAVO moet overwinnen in Afghanistan.”

In Afghanistan is het voor verslaggevers erg gevaarlijk om zelfstandig te reizen.

Het Nederlandse en Australische ministerie van Defensie hebben de afgelopen weken beelden vrijgegeven van de strijd in Uruzgan. In april was er al een video in The New York Times over de gevechten daar.

Op You Tube komen steeds meer video’s van de oorlog in Afghanistan beschikbaar. Hierop is onder meer te zien hoe er vuurgevechten worden geleverd, of hoe vliegtuigen bombardementen uitvoeren, of hoe helikopters aanvallen uitvoeren.

Over gebeurtenissen in Afghanistan geven burgers, Afghaanse functionarissen, de Taliban en woordvoerders van de buitenlandse coalitie regelmatig verschillende lezingen.